Ongewenst gedrag van collega’s, leidinggevende, familie van cliënten of cliënten zelf kan verschillende vormen aannemen. Denk aan verbale agressie, fysieke agressie, (seksuele) intimidatie en pesten. Dit kan leiden tot serieuze psychische problemen, klachten (hoofdpijn, slecht slapen hoge bloeddruk, etc.) en verzuim.
Een vorm van ongewenst gedrag die veelal niet in bovenstaand rijtje wordt genoemd is discriminatie. Het gaat dan om ‘agressie, intimidatie en/of pesten in relatie tot geslacht, etnische achtergrond, beperking, seksuele voorkeur en leeftijd’ (zie Arbocatalogus VVT).
Discriminatie op de werkvloer komt op allerlei manieren voor. Bijvoorbeeld al bij selectie en werving, op naam of pasfoto. Discriminatie kan bewust of onbewust zijn, maar is in alle gevallen ongeoorloofd. Lees hier bijvoorbeeld de gastblog van zorgverlener Zoë in Nursing. ‘Zorgvragers zouden zich nooit hoeven af te vragen of zij anders behandeld worden, omwille van hun huidskleur, hun achtergrond en hun achternaam. Tegelijkertijd moeten witte zorgverleners alert zijn op racisme jegens niet-witte collega’s. Als een zorgvrager zogenaamde grapjes maakt of zich kwetsend uitlaat over een collega, blijf dan niet stil, maar benoem diens racisme. Accepteer het niet en laat je collega’s zien dat zij er niet alleen voor staan.’
Ook werkgevers hebben een belangrijke rol bij het voorkomen van discriminatie op de werkvloer. De Inspectie SZW heeft samen met TNO een checklist ontwikkeld waarmee werkgevers de risico’s op discriminatie in hun organisatie in kaart kunnen brengen. Daarnaast geeft de checklist ook tips en suggesties over hoe discriminatie voorkomen kan worden. Je vindt de checklist hier.
Ook in de Arbocatalogi voor de zorg vind je aanvullende informatie. De Arbocatalogus VVT verwijst naar de Arbowet (artikel 3, lid 2) waar wordt aangegeven dat de werkgever ervoor moet zorgen dat de psychosociale arbeidsbelasting op het werk (waar discriminatie een onderdeel van is) niet te groot wordt en de werkgever de volgende maatregelen moet nemen:
• Het risico op psychosociale arbeidsbelasting in kaart brengen en het voorkomen.
• Een plan van aanpak opstellen om problemen met de psychosociale arbeidsbelasting tegen te gaan.
• Communicatie met medewerkers over de genomen maatregelen om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen.
Met name rondom discriminatie kan het zinvol zijn een vertrouwenspersoon aan te stellen. Die is het aanspreekpunt voor opvang, advies, ondersteuning en begeleiding van medewerkers. Download hier de Wegwijzer Vertrouwenspersoon Ongewenste Omgangsvormen met praktische informatie over wanneer je een vertrouwenspersoon nodig hebt, wanneer je een vertrouwenspersoon bent of wilt worden of wanneer je als werkgever een vertrouwenspersoon wilt aanstellen.