Home » PreGo! Tip – Training: doen we er genoeg aan?

PreGo! Tip – Training: doen we er genoeg aan?

Zorgverleners moeten over voldoende vaardigheden beschikken. Behalve training in het gebruik van hulpmiddelen is ook training in (manuele) til- of transfertechnieken onmisbaar om veilig en gezond te kunnen werken. Als hulpmiddelen niet nodig zijn, blijft een goede werktechniek immers van belang. Maar hoe intensief wordt er nu eigenlijk getraind en is dat genoeg? Vergelijk uw eigen gegevens met de landelijke gegevens voor de verpleeg- en verzorgingshuizen.

Training en instructie voor zorgverleners

In de tabel staan de percentages instellingen die training en instructie aanbieden voor zorgverleners. Als criterium voor voldoende training is in de Arbocatalogus opgenomen dat zorgverleners minimaal één dagdeel per jaar besteden aan training in manuele til/transfervaardigheden en één dagdeel per jaar aan training in het werken met hulpmiddelen. Op een gebrek aan aantoonbaar voldoende instructie in het gebruik van medische hulpmiddelen (zoals tilliften) wordt regelmatig gewezen door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Deels hangt dit samen met het onvoldoende registreren van deelname aan en afronden van scholing. Middels e-learning kan men daar verbetering in aanbrengen. Zo zijn enkele e-learningsmodules geaccrediteerd en vormt registratie een eis om de accreditatiepunten te verkrijgen.

Hoewel een internettraining nooit een hands-on training kan vervangen, kan het deze training wel aanvullen en efficiënter en effectiever maken.  We noemen dit ook wel blended learning. De tabel laat zien dat er weinig veranderingen zichtbaar zijn sinds 2008 en dat er nog een uitgesproken marge voor verbetering is. De helft tot twee derde van de zorgverleners wordt adequaat geschoold en dat is, als we uitgaan van de criteria in de Arbocatalogus en de eisen van IGZ, niet genoeg.

Training en instructie aan zorgverleners in de loop der jaren bij 247 zorgorganisaties in de VVT (Knibbe et al., 2016).

 

Ook niet-zorgverleners die zwaar werk doen moeten getraind worden. De tabel laat zien dat er weliswaar sprake is van een verbetering in vergelijking met 2003, maar dat medewerkers van ondersteunende diensten vrij beperkt worden voorgelicht en getraind. De percentages zouden immers richting 100% moeten gaan en komen niet veel verder dan 33%.Training en instructie voor medewerkers van ondersteunende diensten

Training en instructie aan medewerkers ondersteunende diensten bij 247 zorginstellingen (Knibbe et al., 2016).