In leerboekjes staat dat we cliënten moeten leren op te staan door eerst voorover te buigen, daarna langzaam omhoog te komen en dan goed vooruit te kijken. In de meeste gevallen werkt dat inderdaad prima. Maar wat moet je doen als je cliënt nogal zwaarlijvig is? Als hij een ‘appelfiguur’ heeft? Dan is op deze manier opstaan onmogelijk en werkt dat trucje niet.
Eerder gaven we al een voorbeeld over hoe hier mee om te gaan. Een ander voorbeeld; vaak wordt gezegd dat de zorgverlener altijd oogcontact moet houden tijdens het helpen opstaan. Maar probeer dat maar eens: je staat dan voorovergebogen en ook nog eens gedraaid. Van oogcontact is meestal geen sprake en het gaat ook niet zozeer om het trucje (‘kijk de cliënt in de ogen’) maar om het principe (‘maak contact’). En dat contact kun je ook heel goed met je handen maken.
Bovendien kan de cliënt ook helemaal niet naar jou kijken. Hij moet immers met zijn neus naar zijn knieën gaan om vervolgens goed op te kunnen staan. Dus ook vanuit zijn kant is oogcontact houden knap lastig. Het vergt zeer flexibele oogbollen!
Denk dus niet in trucs, maar ken de principes achter de trucs, het waarom ervan. Elke cliënt is immers anders, beweegt anders, reageert anders. Pas dus geen standaardtrucs toe op je cliënten, maar blijf kritisch nadenken.
Kijk als voorbeeld maar eens naar dit filmpje. Daar staat een goedwillende broeder te sjorren aan zijn cliënt. Hij kent de trucs, maar niet zijn cliënt. En dán gaat het fout…
Meer over ‘contact leggen’ vind je op dit kaartje (hier de voorkant, hier de achterkant). Op de Innovatiedag van Gezond & Zeker zal er een workshop over zijn.