Mensen zijn er biologisch niet toe uitgerust om dag in dag uit binnen te verblijven. Dat heeft nadelige lichamelijke en psychische gevolgen. In een doorsnee verpleeghuis is de lichtsterkte binnen 4-5% van buiten (zo’n 200 lux), terwijl de cliënt gemiddeld nog geen anderhalve minuut per dag buiten komt. Dit kan zelfs hartje zomer winterdepressieklachten geven zoals prikkelbaarheid, verward en geagiteerd gedrag.
De oplossing is vaker naar buiten gaan om een lichtje te scheppen, het gebruik van een speciale lichtlamp (bright light) en natuurlijk het intensiveren van de lichtsterkte in de directe leefomgeving.
Florence Nightingale (1820-1910) benadrukte het belang van licht al:
‘Licht onontbeerlijk beiden voor gezondheid en herstelling. –Uitzigt en zonneschijn zaken van het
hoogste gewigt voor zieken. –Zonder zonlicht ontaardt de mensch naar het ligchaam zoowel als naar
den geest. –Bijna alle patienten liggen met het aangezigt naar het licht gekeerd.’
Nightingale, F., Over ziekenverpleging, Erasmus Publishing,
In de sanitaire ruimte kan ‘s ochtends minder intensief licht juist wel een goed idee zijn. Het verzorgd worden geeft al spanning, en het blote lijf ziet er – voor de cliënt zelf – vaak minder aangenaam uit bij helder wit licht en een witte betegeling. Schaamte kan ook een bron van weerstand en opstandig gedrag zijn, en vraagt naast gedempt licht ook om een tactvolle omgang. Wil de cliënt zich niet helemaal uitkleden, dan krijg je misschien wel toestemming om eerst het bovenlichaam te verzorgen. Je kunt het blote lichaamsdeel tussendoor met een handdoek bedekken.
Lees meer: