Incontinentie komt erg veel voor in de ouderenzorg: soms is meer dan 80% van de cliënten op een eenheid incontinent. Incontinentie is tegelijk nog steeds een gevoelsmatig beladen onderwerp. Het is vaak moeilijk om erover te beginnen met iemand, en veel cliënten blijven zich toch schamen dat ze incontinent zijn.
Er zijn allerlei technische oplossingen en het incontinentiemateriaal zelf is ook flink verbeterd de afgelopen jaren. Toch wil je het liefst dat mensen zo lang mogelijk continent blijven en naar het toilet gaan, al dan niet met hulp. De manier waarop dat gaat en ook iets als de bejegening, woordgebruik en privacy zijn onderwerpen die dan zwaar tellen.
Voor de zekerheid nog maar even naar het toilet
Een van de problemen is dat ouderen zich soms zorgen maken of ze wel op tijd het toilet bereiken en of er, als zij moeten, wel iemand beschikbaar is om ze erheen te begeleiden. Die onzekerheid en angst dat het mis gaat en ze hun urine of ontlasting laten lopen, maakt dat ze soms te snel en soms zelfs steeds sneller vragen om even naar het toilet gebracht te worden. ‘Voor de zekerheid’ als ze een van jullie zien om toch maar snel even te gaan. Behalve dat dat voor jullie erg onhandig kan zijn, kan het er ook toe leiden dat hun blaas steeds sneller gevuld lijkt en ze nog vaker moeten gaan: een vicieuze cirkel.
5-minuten regel
Hoe kan je dat nou doorbreken? Soms stelt men dan een ‘5-minuten-regel’ in. Dat betekent dat een cliënt er van op aan kan dat er altijd binnen 5 minuten iemand komt om te helpen. Die zekerheid blijkt rust te geven en maakt dat ze juist minder vaak om hulp vragen. Wie weet voor jullie ook een tip die helpt.