Home » PreGo! Tip – Billenwandel

PreGo! Tip – Billenwandel

Cliënten die onderuit gezakt in hun stoel zitten, hebben soms hulp nodig bij het rechtop gaan zitten. Ook komt het voor dat de cliënt na het tillen met een tillift niet goed recht in de stoel komt. Natillen is dan nodig. Dat is een zware en meestal te zware transfer.

Voorkom dat dit nodig is

  • Een stoel met goede leuningen, waarvan de zitting iets naar achter afloopt, voorkomt onderuitzakken.
  • Zorg dat de cliënt goed achterin de stoel komt te zitten na een transfer met de tillift.  Maak optimaal gebruik van het (kantel) juk.
  • Voorkom dat de cliënt erg gladde kleding aanheeft (kunststof voering van een jurk is berucht).
  • Voorkom dat de stoel te hoog is voor de cliënt: die wil dan toch stevig met de voeten bij de grond komen en zakt daardoor onderuit.

Ondank alles kan het natuurlijk toch gebeuren dat de cliënt onderuit zakt.

Wat kun je dan het beste doen:

  • Billenwandel
    Billenwandel

    Vraag de cliënt even op te staan en weer goed te gaan zitten. Dat klinkt flauw, maar wordt vaak vergeten. – Geef de cliënt mondelingen instructie.

  • Gebruik een glijrol die maar in een richting glijdt. De client kan zichzelf daarmee omhoog in de stoel duwen, terwijl het onderuit glijden worden geblokkeerd.
  • Gebruik de ’hammengang’ of ’billenwandel’. Dat werkt als volgt: Vraag de cliënt de voeten stevig op de grond te zetten en vraag hem zijwaarts van links naar rechts heen en weer te wiebelen, terwijl hij de leuningen van de stoel stevig vastpakt. Je merkt dan dat hij dan, al duurt dat soms even, afwisselend met zijn ene bil en dan zijn andere een beetje los komt van de zitting.

Dan kan je twee dingen doen

  1. Als de cliënt dat kan vraag je hem om aan de zijde die loskomt van de zitting, met zijn voet op de grond en met zijn hand op de leuning af te zetten. Hij komt dan aan die zijde iets verder naar achter in de stoel. Herhaal dat aan andere zijde en de cliënt ’wandelt’ dan zo over de billen naar achteren in de stoel. Met je stem of je houding kan je de cliënt helpen om het ritme te pakken te krijgen om van de zitting los te komen.
  2. Wanneer dat niet lukt, kan je de cliënt ook helpen met het naar achteren komen in de zitting door zacht druk te geven op de voorzijde van het been aan de zijde die loskomt van de zitting.  Geef de druk niet op de knie, maar vlak daaronder, anders kan het pijnlijk zijn voor de cliënt. Je kunt eventueel richting geven aan de schouder, maar dat hoeft niet altijd per sé.