Home » Het Huis van Werkvermogen

Het Huis van Werkvermogen

Het concept Huis van Werkvermogen beschrijft de zeven factoren die invloed hebben op de inzetbaarheid van werknemers. De methode legt de aanpak van duurzame inzetbaarheid uit aan de hand van die factoren. Bovendien versterkt het Huis de communicatie, omdat de metafoor voor medewerkers herkenbaar is.

Het Huis van Werkvermogen bestaat uit de volgende vier dimensies:

  • Gezondheid
  • Competenties
  • Normen en waarden
  • Werk

Het ‘Huis’ geeft de relatie aan tussen de individuele, organisatorische en sociale dimensies van werkvermogen. Iedere dimensie is een verdieping in het Huis en heeft een relatie tot de volgende verdieping(en).

Begane grond

Op de begane grond bevindt zich de dimensie gezondheid. Deze staat symbool voor het fundament van een goed werkvermogen. Onder gezondheid wordt verstaan de lichamelijke en psychische gezondheid alsmede het sociaal functioneren.

Eerste verdieping

De begane grond kan alleen de eisen van het werk dragen, als op de eerste verdieping adequate en toereikende beroeps specifieke competenties aanwezig zijn. De medewerker moet passende vakmatige en sociale kennis en vaardigheden beschikken, die gedurende de loopbaan moeten worden afgestemd op de veranderende eisen in het werk (levenslang leren).

Het belang van deze verdieping neemt door de trend van snel veranderende arbeidsorganisaties sterk toe.

Tweede verdieping

De tweede verdieping staat voor de sociale/morele normen en waarden van medewerkers. Deze dragen in belangrijke mate bij aan de organisatiecultuur. Het gaat bijvoorbeeld om waardigheid, respect, waardering en rechtvaardigheid, maar ook om binding met de organisatie, motivatie en betrokkenheid. Medewerkers ontwikkelen hun eigen normen en waarden die zij meebrengen naar de werkvloer. Deze zijn tevens van invloed op het vermogen en de bereidheid om te leren en zich verder te ontwikkelen (eerste verdieping).

Derde verdieping

Op de derde verdieping wordt het werk gepositioneerd met alle bijbehorende aspecten als de werkinhoud (lichamelijke, psychische en sociale eisen van het werk), de werkomstandigheden en de sociale werkomgeving en organisatie. Het management en de leidinggevenden nemen een belangrijke positie in, aangezien zij het werkvermogen van hun medewerkers wezenlijk kunnen beïnvloeden. Ook factoren buiten de werkomgeving hebben een directe of indirecte invloed op werkvermogen zoals familie, vrienden, bekenden maar ook factoren binnen de bredere sociale en politieke omgeving.

Het Huis van Werkvermogen huisvest hiermee alle aspecten die bepalend zijn voor het behoud en de ontwikkeling van het individuele werkvermogen, onder één dak. De vier verdiepingen staan hierbij in een bepaalde verhouding tot elkaar. Bij een laag werkvermogen moet iedere verdieping worden geanalyseerd. Daar waar noodzakelijk moeten vervolgens passende maatregelen worden getroffen. Als passende maatregelen niet mogelijk zijn, betekent dat nog niet dat de werknemer niet meer duurzaam inzetbaar is. Een medewerker kan namelijk met dezelfde geestelijke en lichamelijke capaciteiten voor de huidige functie een slecht werkvermogen scoren, maar tegelijkertijd voor een andere functie een uitstekend werkvermogen. In die gevallen kan door een overstap naar een andere functie (mobiliteit) het werkvermogen worden hersteld en is de medewerker weer inzetbaarheid.

Bronnen:

Ilmarinen, J. Towards a longer worklife! Aging and quality of worklife in the European Union. FIOH. 2005.