Bij het kiezen van het juiste hulpmiddel of de juiste transfertechniek is die mobiliteit van de cliënt zeer bepalend. Naarmate de cliënt minder kan, is er immers meer begeleiding nodig en neemt de kans op fysieke overbelasting van de zorgverlener toe. Om hier in de praktijk goed mee om te kunnen gaan werd de indeling in mobiliteitsklasses ontwikkeld (Knibbe et al.,1998 ). In de mobiliteitsklassen worden op grond van de functionele mobiliteit cliënten in vijf mobiliteitsklassen ingedeeld (A,B,C,D en E). Dat gebeurt dus niet op grond van een ziektebeeld, maar op grond van de beperkingen / mogelijkheden die je cliënt heeft om mee te werken aan bijvoorbeeld transfers.
Die indeling in vijf mobiliteitsklassen is vervolgens gekoppeld aan de gezondheidskundige gevolgen daarvan voor de fysieke belasting van zorgverleners en staan daarom centraal in de landelijke Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting (zie de arbocatalogi van de diverse branches). De mobiliteitsklassen worden dan ook in veel instrumenten gebruikt, zoals in allerlei transferprotocollen en de TilThermometer. Je ziet ze daarom terugkomen op onze posters over de Praktijkrichtlijnen.
Hier vind je een korte uitleg per mobiliteitsklasse.
Gezond & Zeker heeft de kleine pictogrammen voor elke mobiliteitsklasse nu voor jou los beschikbaar gemaakt. Je kunt ze dan zelf gebruiken om op stickers af te drukken of om ze digitaal te verwerken in bijvoorbeeld een digitaal transferprotocol. Je mag ze gratis gebruiken, maar dan alleen voor niet-commerciële doeleinden. Je kunt de pictogrammen hier downloaden: