Werken als ergocoach of veiligheidscoach is leuk en kan veel voldoening geven. Maar er zijn van die momenten dat je denkt: ‘Zucht… hoe is het mogelijk, ik heb het zo vaak gezegd, ze hebben net training gehad, er staan prima spullen en toch… blijven ze gewoon doorgaan met ongezonde gewoontes’. Collega’s helpen met veranderen is een van de moeilijkste kanten van je werk als ergo- of veiligheidscoach. Vaak weten mensen, en dus ook je collega’s, wel of iets niet gezond of veilig is, maar blijven ze er toch mee doorgaan. Meer kennis aanreiken over wat ongezond is, helpt dan niet.
Veranderen van gedrag
Het gaat om het veranderen van gedrag en dat is erg moeilijk. Je wilt ervoor zorgen dat je collega’s alert zijn op veiligheidsrisico’s, op een goede manier (niet) tillen, hulpmiddelen gebruiken, met weerstand om kunnen gaan etc. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Alsmaar het goede voorbeeld geven? Er continu op blijven hameren? Posters ophangen? Nog een training er tegenaan gooien of elke week een folder uitdelen? Er zijn boekenkasten vol geschreven over veranderen van gedrag en het ei van Columbus is nog niet uitgevonden. Toch zijn er wel methodes die helpen: we geven een paar tips.
Kan je ook zonder gedragsverandering veranderen?
Als eerste stel je je gek genoeg de vraag of het überhaupt wel nodig is dat je gedrag aanpast. Soms blijkt dat andere oplossingen beter zijn terwijl je dan wel degelijk de verandering bereikt die je wilt. Stel dat het op bed wassen bij een cliënt erg moeilijk is door agressie of pijn, dan kun je daar natuurlijk veel energie in stoppen om je collega’s dat elke dag maar weer goed te laten doen. Maar wellicht is drie keer per week douchen met lekker warm water ook voldoende en zelfs beter, fijner en makkelijker.
Veranderen gaat soms vanzelf
Geloof het of niet: dat kan inderdaad. Het is slim om het werk zo aan te passen dat iedereen vanzelfsprekend gezond gaat werken. Je hoeft je collega’s dan niet meer te overtuigen, voor te lichten, te stimuleren etc. We noemen dat een ‘passief ergonomische aanpassing’. Passief, want jij hoeft er geen energie in te stoppen. Denk bijvoorbeeld aan verblijfstilbanden die al in de stoel, onder de cliënt, klaarliggen. En als er overal geschikte verlichting is, zullen veiligheidsrisico’s minder snel optreden. Want een geleidelijke inval van daglicht met een tijdschakelaar, in plaats van ineens, beng, alle lampen aandoen als er gewassen moet worden, kan voorkomen dat cliënten onrustig of agressief worden. Training en instructie van de zorgverleners over hoe je agressie voorkomt, is dan minder of wellicht zelfs niet meer nodig.
Word geen ‘betweter…’
Wat kunnen we dan nog meer doen om te veranderen? Het klinkt vreemd maar in de eerste plaats schuilt er een gevaar in het feit dat jij als ergocoach of veiligheidscoach, heel goed, en misschien zelfs te goed, weet wat de beste oplossing is voor je collega’s. Je collega’s zijn echter nog niet zo ver. Wanneer je dan tóch probeert je prima advies door te drukken dan is de kans groot dat je collega’s in eerste instantie jouw advies zullen opvolgen, daarna vervallen in het oude ongewenste gedrag of zelfs weerstand gaan ontwikkelen tegen jouw betwetergedrag. Betweters worden als lastig, eigenwijs en vervelend ervaren en dat helpt natuurlijk niet. Ook al bedoel je het goed, er ontstaan dan toch als het ware twee kampen. ‘Ik’ doe er als coach alles aan om duidelijk te maken dat ‘zij’ hun rug overbelasten, als ‘zij’ op deze manier blijven tillen. En dat schiet niet op en bovendien: je weet het ook lang niet altijd het beste. Juist op de werkvloer zelf zijn er veel oplossingen best bekend, alleen worden ze om allerlei redenen nog niet optimaal gebruikt. Maak daar gebruik van en pas ze in je strategie.
Ruimte krijgen om zelf te veranderen
Het draait uiteindelijk om de ‘intrinsieke motivatie’, de motivatie van binnenuit. Collega’s veranderen hun gedrag blijvend, alleen als zij dat zelf willen en er echt voordeel van merken. Niet omdat jij als ergo- of veiligheidscoach dat wilt, of goed voor ze vindt. Een goede methode om die intrinsieke motivatie voor elkaar te krijgen, is de Voilà!methode. De vrij eenvoudige Voilà!-methode gaat ervan uit dat medewerkers zelf hun werk het beste kennen en daarom ook prima weten hoe ze problemen kunnen oplossen. Wel moeten ze de ruimte krijgen om de problemen ZELF te signaleren en op te lossen. Dat betekent eigenlijk dat jij je wel eens in moeten houden en wellicht zelfs met je handen op je rug moet coachen 😉
Wil je daar meer over weten: volg dan hier onze gratis e-learningmodule.