Als je cliënt op bed zit en hij of zij wil gaan liggen (‘van zit naar lig’) is het vaak slim de transfer op te delen in twee stukken: allereerst zorg je dat de benen van de cliënt, 1 voor 1 in bed komen. Het kan de cliënt daarbij helpen als het bed wat lager staat en het kan jou helpen om een beenband te gebruiken. Uiteraard doet de cliënt zoveel mogelijk zelf.
Daarna draait de cliënt verder in bed, zodat hij naar het voeteneinde kijkt. Dat laatste kan nog wel eens zwaar zijn. Dan kan het helpen als er een draaischijf onder de billen van de cliënt ligt. Zo’n draaischijf bestaat uit twee zachte schijven die soepel ten opzichte van elkaar kunnen draaien. Dat werkt meestal beter en veiliger dan een glijzeil, daarmee kan de cliënt immers makkelijk uit bed glijden. Bij een draaischijf heb je daar minder last van. Een draaischijf kan ook de draaifrictie (torsie) die op de stuit kan ontstaan verminderen. En daarmee heb je minder kans op decubitus of andere vormen van huid- en weefselschade.
Realiseer je wel dat er – ondanks de draaischijf – tussen de weefsellagen onder de huid verdraaiing kan ontstaan als er spanning in het weefsel blijft bestaan. Als je na de transfer even van bil naar bil wiebelt, vloeit die restspanning weg.
Kijk hier voor meer informatie over de draaischijf of bekijk dit GoedGebruik filmpje over het gebruik van een zachte draaischijf in bed, in combinatie met een beenband.