En dan vraagt een collega je of het beter is om te duwen of juist te trekken aan bijvoorbeeld een maaltijdwagen of schoonmaakkar. Als iets te zwaar is, doe je natuurlijk niets en zorg je ervoor dat het lichter wordt of dat er een motortje aan komt. Maar er zijn gelukkig ook situaties waarin dat niet nodig is. Wat doe je dan?
Gebruik je lichaamsgewicht
Ga naar voren hangen als je duwt en naar achteren als je trekt. Zet één voet vooruit en volg de drie pijltjes. Zet je beide handen ontspannen op het object dat je wilt verrijden. Als je wat lager duwt benut je je eigen gewicht meer (je hangt ‘schuiner’). Hou je schouders en rug ontspannen en je armen losjes gestrekt. Til nu je voorste been als het ware op (pijltje 1). Je lichaamsgewicht doet nu de rest. (pijltje 2) en het object komt in beweging (pijltje 3).
Ga hangen bij trekken
In principe is het gezonder om te duwen dan te trekken. Je belast dan je vingers en je handen minder. Soms ontkom je echter niet aan trekken. Gebruik ook hier je lichaamsgewicht.
Ga in schredestand staan en volg de drie pijltjes. Til nu je achterste been als het ware op alsof je een stap doet (pijltje 1) en ga achterover hangen met je armen losjes gestrekt (als een windsurfer). Je lichaamsgewicht doet nu de rest. (pijltje 2) en het object komt in beweging (pijltje 3).
Duw en draai nooit tegelijk
Doe óf het een óf het ander. Je kunt je voorstellen dat je als je duwt en draait je je rug verwrikt.