Stel je een huiskamer voor in een gezinsvervangend tehuis of een verpleeghuis. Als cliënten of hun naasten onderling in conflict raken, hoe kun je dan handelen?
Het is meestal verstandig om de neiging te onderdrukken om te reageren vanuit het script dader/slachtoffer, door direct op te komen voor de zwakkere partij. De vraag wie ‘schuld’ heeft is op dit moment niet bepalend voor wat je nu zegt en doet. Het doel is hoe je verdere escalatie voorkomt en veiligheid brengt voor alle betrokkenen. Als de gemoederen zijn gesust kun je alsnog (desgewenst) mensen aanspreken op hun gedrag. Het begrip ‘veelzijdige partijdigheid’ is hier een vertrekpunt en houdt in dat bij een conflict ieder zijn eigen ‘goede, persoonlijke’ redenen heeft voor zijn gedrag. Dit kan naar elke betrokkene op een helpende manier worden verwoord en daarvoor kan acceptatie worden geuit.
Iemand die luidkeels anderen commandeert vindt dit blijkbaar belangrijk. Dan kun je zo iemand makkelijker apart nemen en/of kalmeren, zonder gezichtsverlies. Bij de tafelgenoot kan hetzelfde principe worden toegepast. ‘Vervelend dat dit net gebeurde. Ik zou óók heel erg schrikken! Een collega praat nu met haar en we houden een oogje in het zeil als ze zo terugkomt. Kan ik nu iets voor ú doen?’.
Is er geregeld wrijving tussen bepaalde cliënten, dan kan in overleg worden nagedacht over oplossingen zoals het bijleggen van meningsverschillen, minder blootstelling aan elkaar of het aanbieden van een andere verblijfsruimte.
Leer meer: